‘Toen zei Jezus tegen zijn leerlingen: Wie achter Mij aan wil komen, moet zichzelf verloochenen, zijn kruis op zich nemen en Mij volgen.’ Mattheüs 16:24
Veertig dagen tot het Paasfeest: het is een traditie die teruggaat tot de tijd van de vroege christenen om deze tijd te beleven als een periode van onthouding. Toch moeten we er voorzichtig mee zijn: er zijn meer dingen in het vroege christendom ingevoerd die met het Nieuwe Testament zelf niet in overeenstemming zijn (bijv. de verering van martelaren). Maar het is zeker goed om het paasfeest net als het kerstfeest heel bewust tegemoet te gaan. We willen dit in de komende weken doen door stil te staan bij de bijzondere lessen die Jezus zijn leerlingen leerde toen Hij op weg ging naar Jeruzalem.
De eerste les die Hij hen leerde was dat zij zichzelf moesten ‘verloochenen’, d.w.z. zichzelf niet meer kennen. Jezus onderwijst hen op dezelfde radicale manier als in de Bergrede (‘Wie u op de rechterwang slaat, keer hem ook de andere toe’): als de discipelen Hem nog wilden volgen, dan moesten zij ook het kruis opnemen en hun leven verliezen. Wie zijn leven wilde bewaren, die zou het verliezen, alleen wie zijn leven bereid was te verliezen, die kon het vinden. Als we dit lezen, worden we net zo ontmoedigd als de leerlingen die er niets van begrepen. Hoe kan een mens nu beslissen zichzelf niet meer te kennen?
Het klinkt alsof Jezus ons leert onszelf te verwerpen. Soms wordt dat ook zo begrepen: een christen moet zichzelf zien als heel zondig en zich daarom ook zelf bestraffen. Daarom beleven mensen de periode voor Pasen soms ook door heel streng vasten en vroeger soms zelfs door zichzelf pijn te doen. De Bijbel leert nu ook werkelijk dat we een grote schuld tegenover God hebben, en die moeten we zeker ook erkennen, maar dit betekent niet dat we onszelf moeten haten. Onze schuld wordt ook niet minder doordat we onszelf allerlei dingen ontzeggen.
Wat Jezus bedoelt, heeft te maken met de reden waarom Hij naar Jeruzalem gaat: Jezus zou de schuld van de mensheid op zich nemen en daarvoor zijn leven geven. Daardoor zou onze schuld weggenomen worden en zou God ons een nieuw leven kunnen geven, vrij van de macht van de duisternis van deze wereld. Met zijn dood aan het kruis wil Jezus ook aan onze ‘oude mens’ een einde maken en door zijn opstanding de ‘nieuwe mens’ laten opstaan: ‘Zo is dan wie in Christus is, een nieuwe schepping; het oude is voorbijgegaan, zie het nieuwe is gekomen.’ (2 Corinthiërs 5:17).
Jezus wil zeggen: als je Mij volgt, wees dan bereid afscheid te nemen van je oude mens en een nieuwe mens te worden. Laat al het oude achter je; om met de Bergrede te spreken, al je haat, al je ontrouw, al je leugenachtigheid, al je wrok, al je minachting voor anderen. Neem het nieuwe aan: reinheid, waarachtigheid, vergeving en liefde, zelfs voor wie je kwaad wilde doen. Het is zoals de voorbereiding voor Pesach in het Oude Testament: al het zuurdeeg, d.w.z. al het oude, verzuurde deeg normaal gebruikt om brood te laten rijzen, moest worden weggedaan, en op Pesach moest een heel nieuw, nog ongezuurd brood worden gebakken. Jezus roept ons om Hem te volgen: al het oude zuurdeeg van ons leven weg te doen en een nieuw deeg te worden door Hem.
Jezus bemoedigt zijn leerlingen. Het was allemaal nog wel heel raadselachtig: dat alles verborgen bleef, hoorde bij de vernedering die Jezus voor ons moest ondergaan. Maar het zou al gauw duidelijk worden: ‘Onder u zijn er die de Zoon des mensen in zijn heerlijkheid zullen zien komen.’ (vs 28). Ze zouden getuigen zijn van Jezus’ opstanding en de realiteit zien van het nieuwe leven dat Hij had beloofd. Laten we ook in onze tijd besluiten Jezus te blijven volgen. Lucas voegt er in zijn evangelie aan toe: het kruis ‘dagelijks’ opnemen (Lucas 9:23). Jezus wil elke dag opnieuw het oude uit ons leven wegdoen en ons het nieuwe leven geven.