‘Gij beseft niet dat het in uw belang is dat één mens sterft voor het volk.’ (Johannes 11:49)
Goede Vrijdag is een raadsel. Ook voor wie geen christen is. Waarom begaf Jezus zich naar Jeruzalem waar Hij zonder bescherming was. Hoe kon de Joodse raad zich zo afsluiten voor Jezus’ klaarblijkelijke wonderdaden dat zij Hem besloten te doden. Hoe kon de Romeinse procurator zich zo laten chanteren dat hij een onschuldige prijsgaf aan een wrede executie?
Maar ook voor wie gelovig is, zoals we nu zeggen, is het moeilijk uit te leggen: voor Joden en moslims is het ondenkbaar dat God de Messias zou laten doden. Het kan niet anders of Jezus is de Messias niet (verklaring van het Jodendom) of het was in feite Jezus niet die gekruisigd werd (verklaring van de Islam). Veel christenen vinden het dan weer moeilijk om te geloven dat God werkelijk de dood van Jezus wilde als zoenoffer voor de zonden van de mensheid. Jezus’ offer wordt vaak gezien als een vorm van martelaarschap voor recht en vrede. Het kruis van Jezus wordt een embleem van het onrecht dat veel mensen in deze wereld lijden.
Maar in de evangeliën wordt de betekenis van Jezus’ dood aan het kruis heel duidelijk gemaakt. Bij het laatste avondmaal, feitelijk het Pesachmaal, met zijn discipelen, verklaart Jezus: ‘Dit is het bloed van mijn verbond dat voor velen vergoten wordt tot vergeving van zonden’ (Mattheüs 26:28). Jezus is het ware Paaslam dat zijn leven geeft om Gods oordeel af te wenden van deze wereld. Het is Johannes die zijn evangelie later schreef, die erop wees dat niemand minder dat de hogepriester van Israël dat – onwetend – ook zelf gezegd had: Jezus stierf om het volk te redden. De hogepriester begreep zijn woorden zelf niet: hij bedoelde dat Jezus opgeofferd moest worden om een oproer tegen de Romeinen te voorkomen. Maar zijn woorden waren profetisch: Jezus stierf om onze schuld bij God te verzoenen.
Maar ook als we dit begrijpen, moeten we voorzichtig zijn de diepte hiervan te miskennen. Het kruis van Jezus blijft een gebeurtenis die we nooit helemaal kunnen doorgronden. De bekende culturele expressies van het lijdensverhaal: de schilderijen van Rembrandt en Rubens, de passiemuziek van Bach, Haydn en Händel, en ook moderne films kunnen nooit helemaal doordringen in het onvoorstelbare: Gods Zoon die sterft aan wat een eigenlijk een martelpaal was. Wat zegt dat over de mens, over zijn zonde, over God, over zijn gerechtigheid én zijn liefde? Wat zegt dat over de Persoon van Jezus dat Hij deze weg tot de uiterste consequentie gehoorzaam is gegaan? Wie kan zeggen dat hij of zij dit al volledig doordacht en begrepen heeft?
In de viering van het avondmaal worden we opgeroepen dit telkens opnieuw te ‘gedenken’ (Lucas 22:19, 1 Cor. 11:25). Dit gedenken houdt een verkondiging in: ‘Zo dikwijls gij dit brood eet en de beker drinkt, verkondigt gij de dood des Heren, totdat Hij komt’ (1 Corinthiërs 11:26). ‘Verkondigen’ is meer dan ‘meedelen’. Misschien wijst Johannes bij onze bezinning op de betekenis van Jezus’ dood de weg (1 Johannes 1:5-9): ‘Dit is de verkondiging die wij van Hem gehoord hebben: God is licht en in Hem is in het geheel geen duisternis. Indien wij zeggen dat wij gemeenschap met Hem hebben en in de duisternis wandelen, dan liegen wij en doen de waarheid niet. Maar (..) het bloed van Jezus reinigt ons van alle zonde. Indien wij onze zonden belijden, Hij is getrouw en rechtvaardig om ons de zonden te vergeven en ons te reinigen van alle ongerechtigheid.’
Het diepe geheim van het kruis is de verzoening die God tot stand heeft gebracht tussen deze wereld en Zichzelf. Laat ons in deze dagen ons leven opnieuw openstellen voor deze ondoorgrondelijke genade.

Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.